Handschriftontwikkeling voor de PABOSTUDENT
Hier kun je als pabostudent materialen en tips vinden i.v.m. het handschriftonderwijs.
Als pabostudent kom je het handschrift gedurende de hele stagetijd tegen en zie je heel duidelijk dat
1. de handschriftkwaliteit op de meeste stagescholen een groot probleem vormt.
2. er grote verschillen zijn in aandacht die er aan deze basisvaardigheid gegeven wordt, zowel op groeps- als schoolniveau.
Van jou als pabo-student wordt onder meer verwacht dat je interessante en uitdagende lessen geeft.
Daarnaast wordt van je als pabostudent ook verwacht dat je onderzoek doet naar diverse handschriftgerelateerde onderwerpen. Ook worden er observaties uitgevoerd.
In het begin is alles nog compleet nieuw op de stageschool, maar na een tijdje krijgt je als pabostudent steeds meer een beeld van het gewicht van het handschrift bij de uitvoering van diverse taken en opdrachten.
Het handschrift is daarmee de meest gebruikte verwerkingsvaardigheid in het onderwijs. De computer neemt daar maar een klein deel van over. De meeste kinderen zitten achter een computer niet teksten te maken als vervanging van handgeschreven teksten, maar voeren met de muis allerlei didactische programma’s uit.
En als kinderen wel tekstverwerken op een toetsenbord, dan gaat dat vaak met een bedroevend slechte toetsenbordvaardigheid.
LESMATERIAAL
Op deze pagina daarom wat tips en ideeën. Voor lesmateriaal kun je terecht onder de knop ‘Schrijflessen’.
“Leuke lessen”
Nog even een opmerking over ‘leuke lessen’. Sommige studenten zijn voortdurend uit op leuke lessen. Nu ben jij geen entertainer en ‘leuk’ is geen onderwijsdoel.
Je kunt namelijk in lessen dingen doen, die vakinhoudelijk volkomen onverantwoord zijn, maar die de kinderen vast ‘leuk’ zullen vinden.
Vergeet dus ‘leuk’. Je werkt niet voor een entertainment-bedrijf en je moet je vooral op kwaliteit richten. Als een les namelijk ‘goed’ is in vakinhoudelijk opzicht, dan is ‘leuk’ vanzelf een toegift.
Het gaat er namelijk niet om dat de kinderen na de les kunnen zeggen dat de les ‘leuk’ was.
Het gaat erom dat de kinderen kunnen vaststellen, dat ze ná de les iets nu beter kunnen en/of weten dan vanmorgen, toen ze nog naar school op weg waren.
Leuk is het ook, als je later in je leven nog steeds plezier hebt van de vakinhoudelijk goede lessen die je als kind op school gekregen hebt.
ONDERZOEK
Voor het doen van onderzoek naar handschriftaspecten hier onder wat voorstellen:
– Hoeveel tijd wordt er nog per week door middel van handschrift uitvoering gegeven aan de diverse schriftelijke verwerkingstaken? Dit als je bijvoorbeeld greep wilt krijgen op het belang van het handschrift en de aandacht die het krijgt in de stageschool.
– Hoeveel procent van de leerlingen heeft zonder aanwijzingen een goede greep en houding en hoe zou dat zijn als ik een paar lessen intensieve instructie hierover zou geven. Je onderzoekt de leerbaarheid van de kinderen in dit opzicht. Veel leerkrachten denken namelijk dat er, zeker in de bovenbouw, niet veel meer aan te veranderen valt.
– Is een groepshandelingsplan een effectieve manier om het handschrift van een hele groep op een hoger kwaliteitsniveau te brengen?
– Heeft het schrijfmateriaal invloed op de kwaliteit van de lettervormgeving?
– Hoe kun je kinderen in de onderbouw vanaf groep 1 op een meetbare wijze goed voorbereiden op het leren schrijven in groep 3?
– Kun je door een adequate feedback de handschriftkwaliteit in de bovenbouw van de basisschool positief beïnvloeden?
– Hoe verloopt de tijdsbesteding van de handschriftinstructielessen door de hele basisschool en waar is deze op gebaseerd/aan gerelateerd?
– Hoe verloopt de kwaliteit van de handschriftontwikkeling bij het klimmen der jaren door de hele basisschool? (De Stichting Schriftontwikkeling heeft hiervoor een onderzoek ontwikkeld dat je kunt aanvragen.)
– Hoe effectief is het lesmateriaal voor handschriftontwikkeling en wordt het goed (zoals in de methode is bedoeld) gebruikt door de leerkracht/school?
– Heeft een slechte kennis van de lettervormgeving invloed op de greep- en pendruk? Is het zo, dat als een kind onzeker is over de uitvoering van de lettervorm het mogelijk harder knijpt in de pen?
– Is de visie van de school op handschriftontwikkeling goed verwoord (in het schoolplan) en komt deze overeen met de gewenste resultaten?
– Is er een relatie tussen de gemiddelde handschriftkwaliteit bij de kinderen en het voorbeeldhandschrift van de leerkracht? Er wordt vaak gesuggereerd dat kinderen erg onder invloed staan van het voorbeeld van de leerkracht. Als dit inderdaad blijkt waar te zijn heeft dit uiteraard behoorlijke consequenties. Je onderzoekt dus hoe verschillende aspecten op elkaar inwerken.
– Wat denken de leerkrachten vooral over de oorzaken van slechte handschriften? Ligt het aan het kind, of aan de instructie? Veel leerkrachten verwijzen kinderen met slechte handschriften naar een bewegingstherapeut. Het voordeel is dat de school dan niets meer hoeft te doen. Is dit terecht?
Voor het uitvoeren van je onderzoek zijn er een aantal stappen waar je rekening mee moet houden:
1. Voorbereiding, waarin het probleem of de onderzoeksvraag wordt geformuleerd. Onderwerp van je onderzoek
2. Onderzoeksfasen van je onderzoek naar wat je zou willen verbeteren. Je verzamelt gegevens en verwerkt die. Eventueel formuleer je al een hypothese (aanname) en controleer je of die klopt.
3. Eindconclusie in de samenvatting van het doel wat je wilde bereiken.
Voor een uitgebreidere uitleg over het doen van onderzoek kun je goed terecht bij
“Ontwikkeling door onderzoek, een handreiking voor leraren”; T. Kallenberg e.a.; Thiememeulenhoff Utrecht 2007; ISBN 9789006955125
Dit boek is op de leraar basisonderwijs gericht.
“Onderzoek de basis” Hans van Buuren en Hans Hummel; Wolters-Noordhoff Groningen 1997 ISBN 9001182607
Dit boek is wat algemener van opzet. Niet specifiek op het onderwijs gericht.
VRAGEN
Als je een onderwerp gekozen hebt en tegen dingen aanloopt, kun je de Stichting Schriftontwikkeling vragen stellen.
Je krijgt doorgaans binnen een week antwoord.